Skip to main content

Ryan

Ryan draaide zich nog eens om in zijn bed. Hij merkte dat zijn kussen nat was. Hoe heeft het zover kunnen komen dat hij door zijn beste vriend nu huilend op bed lag?
Hij kende Brian al jaren. Vanaf de kleuterschool waren ze vrijwel onafscheidelijk. Samen spelen, samen voetballen, samen naar school en later samen op stap en zelfs een paar keer samen op vakantie. Ryan kon zich niet voorstellen hoe zijn leven zonder Brian eruit zou zien.

Blacky

Toen ze klein waren hadden ze samen geheimen die niemand anders mocht weten. Stiekem roken in de bosjes en briefjes sturen aan meiden in de klas. Onschuldige streken uithalen en dan op je kop krijgen van je ouders. Maar nu leek de onschuld verdwenen. Ryan voelde zich gekwetst en beledigd, terwijl hij niet wist wanneer dat was ontstaan.
Al zolang hij zich kon herinneren noemde Brian hem Blacky. Voor Ryan heel gewoon. Ook zijn ouders die voor zijn geboorte van Suriname naar Nederland waren verhuisd, hebben er nooit iets van gezegd. En Brian was vroeger kind aan huis. Hij speelde bij Ryan, bleef er regelmatig eten en af en toe ook slapen. Bovendien, veel kinderen hadden een bijnaam. Lange, kleine, rooie, niemand zei er iets van. Sterker nog, Ryan noemde Brian altijd Spekkie. Brian had niet het lange en slanke lichaam van Ryan, maar was behoorlijk fors.

Boos

Nu Ryan 15 jaar was, was het allemaal zo anders. Toen Brian deze middag tijdens het voetbal geïrriteerd schreeuwde ‘He, Blacky, speel die bal nou eens over!’, was de maat vol. Ryan voelde de woede in zijn lichaam. Al langere tijd stoorde hij zich aan het feit dat zijn beste vriend hem Blacky noemde, maar hij had er nooit iets van gezegd. Ook vanmiddag niet. Hij had Brian niet meer gesproken en zelfs niet aangekeken. Na de wedstrijd was hij meteen op de fiets gestapt en naar huis gereden. Ook toen Brian vroeg of er iets aan de hand was had hij niet geantwoord. Waarom eigenlijk niet? Waarom zei hij niet gewoon tegen Brian dat hij niet meer Blacky genoemd wilde worden? Ryan kon het antwoord niet vinden. Hij durfde het gewoon niet.

Brian

Brian lag op zijn buik, bovenop het dekbed. Hij had het warm, was wakker geworden en dacht terug aan de wedstrijd van vanmiddag. Hij had gemerkt dat Ryan boos op hem was, maar waarom? Hij had toch niets verkeerd gezegd? Ze kenden elkaar al zo lang en deelden lief en leed. Zo wist Brian als enige op wie Ryan verliefd was. Niemand anders wist dat, ook het meisje waarop hij verliefd was niet. Ook Ryan wist dingen van Brian die hij aan niemand anders had verteld. Ondanks deze enorme vertrouwensband voelde Brian dat er de laatste tijd wat veranderd was. Alsof de afstand tussen beide groter was geworden.

Spekkie

Hij merkte het aan de manier waarop Ryan tegen hem sprak. Hij gebruikte woorden en zinnen die hij nooit eerder gebruikte. Wat hij zei had meer impact dan voorheen. Zo vond Brian het steeds minder leuk dat Ryan hem altijd Spekkie noemde. De laatste tijd stond Brian iedere dag op de weegschaal. Zijn ouders hadden hem altijd gezegd dat hij in zijn pubertijd wel zou gaan groeien en dan een stuk slanker zou worden. Maar u hij bijna 16 was leek hij alleen maar dikker te worden. En zijn beste vriend drukte hem iedere dag met zijn neus op de feiten door hem Spekkie te noemen. Maar waarom zei hij niet gewoon tegen Ryan dat hij het niet leuk vond om Spekkie genoemd te worden? Was hij bang voor de reactie van Ryan? Hij was de laatste tijd toch als snel geïrriteerd.

Verjaardag

Het was feest. De zus van Brian was jarig en werd 14 jaar. Ze had een stuk of tien vriendinnen uitgenodigd en natuurlijk Ryan. Die kwam ieder jaar op haar verjaardagsfeestje. Hij leek wel een broer voor haar.
Het was gezellig. De ouders van Brian waren door zijn zus het huis uitgestuurd en zouden pas vannacht om half één terugkomen. De muziek schalde door de huiskamer. Een paar meiden vormden een groepje en giechelden wat met elkaar. Twee anderen maakten voorzichtig wat danspasjes en de zus van Brian probeerde een goede gastvrouw te zijn door het en der de glazen frisdrank en de bakjes chips en nootjes aan te vullen.
Brian zat op de stoel naast Ryan en zei niets. Ryan leunde met zijn ellebogen op zijn knieën en keek strak voor zich uit. Brian had zich de hele week al voorbereid op deze avond. Hij wist natuurlijk dat Ryan zou komen en hij was vast van plan om hem te vragen wat er aan de hand was. Hij was ook van plan om te zeggen dat hij geen Spekkie meer genoemd wilde worden. Ryan had makkelijk praten. Hij was lang en slank en zag er goed uit. Hij kreeg de aandacht van de meisjes, Brian niet.

Veiligheid

De hele week al had Brian zich afgevraagd wanneer hij het beste met Ryan in gesprek zou kunnen gaan. Aan het begin van de avond? Dan liep hij het risico dat Ryan boos weg zou lopen en daarmee het feest van zijn zus zou verpesten. Aan het einde van de avond dan? Misschien ook niet handig. Wellicht hadden ze dan over andere dingen gesproken, bijvoorbeeld over de vriendinnen van zijn zus. En om dan te vragen wat er aan de hand was zou ook vreemd zijn.
Eigenlijk was er nooit een goed moment. Eigenlijk durfde Brian het niet. Hij was bang voor de reactie van Ryan. Wat nou als hij heel boos zou worden? Misschien wel zo boos dat hij de vriendschap voor altijd zou verbreken. Brian zou diep ongelukkig worden. Was dat het risico wel waard? Ryan noemde Brian al 15 jaar Spekkie. Was het niet handiger om er niets van te zeggen? Dan kon er ook niets misgaan. Dat leek veel veiliger.
‘Nee’, dacht Brian bij zichzelf. ‘Ik heb mijzelf voorgenomen om er iets van te zeggen. Iedere dag sta ik op de weegschaal. Ik doe mijn best om af te vallen, maar het is zo moeilijk. Ryan moet daar mee stoppen.’

Spanning

‘Blacky’, zei Brian.
Ryan keek naar links, nog steeds met zijn ellebogen leunend op zijn knieën.
‘Wat is er met jou aan de hand? Je zegt zo weinig. Vorige week ging je na het voetballen zonder iets te zeggen naar huis. Was je boos?’.
Brian voelde zijn hart in zijn keel kloppen. Het zweet brak hem uit, maar hij probeerde niets te laten blijken. Hij had het gesprek geopend. Over een paar minuten zou hij zeggen dat hij geen Spekkie meer genoemd wilde worden. Dat hij dat vervelend vond. Ook als zijn allerbeste vriend dat tegen hem zei.
‘Nee, niks’, zei Ryan, en hij keek weer recht voor zich uit.
‘Maar waarom ben je dan zo kortaf de laatste tijd? Ik heb je zelfs de hele week niet gesproken.’
Het duurde even voordat Ryan zich oprichtte en een kwart slag op zijn stoel draaide. Hij keek Brian niet aan toen hij het woord nam.
‘Ja, je hebt gelijk. Ik was boos. Ik ben boos. Boos op jou!’
Brian schrok. Hij had veel scenario’s in zijn hoofd de revue laten passeren, maar deze reactie had hij niet verwacht. Moest hij het gesprek niet gewoon afkappen en ergens anders over beginnen?

Onwetendheid

Ook Ryan schrok van zijn eigen reactie. Zijn woorden waren eruit voordat hij er erg in had. Hij had nu al spijt van wat hij had gezegd. Hoe kon hij nou boos zijn op Brian? Zijn beste vriend. Hij was bang voor de reactie van Brian. Zou dit het einde van hun vriendschap zijn?
‘Waarom ben je boos op mij? Ik heb niets gedaan!’, zei Brian zonder dat hij er goed over na had gedacht.
Vanaf dat moment ging het eigenlijk allemaal vanzelf. Brian en Ryan spraken met elkaar zoals ze nooit eerder met elkaar hadden gesproken. Als twee volwassen kerels.
‘Ik baal ervan dat je mij steeds Blacky noemt’, zei Ryan. ‘Mijn ouders, mijn broers en mijn zus snappen het ook niet. ‘Dat hoort toch niet’, zeggen ze tegen mij. En ze hebben gelijk. Wat kan ik er nou aan doen dat ik donker ben? Niks toch?’.
Brian veerde op, ging recht zitten en keek Ryan diep in zijn ogen.
‘Weet je wat ik niet leuk vind? Dat je mij Spekkie noemt. Kan ik er wat aan doen dat ik dikker ben dan jij? Niks toch?’

Verbazing

Beide jongens keken elkaar verbaasd aan. Ryan begon te lachen en voorzichtig lachte Brian mee. Het ging harder en harder. Zo hard zelfs dat een tweetal meisjes vragend opkeek.
‘Oh die hebben weer wat’, zei de zus van Brian.
‘Wij hebben zeker wat’, zei Ryan lachend tegen Brian. ‘Wij hebben wat met rijmen. Brian en Ryan en Blacky en Spekkie!’
Ze begonnen nog harder te lachen. Zowel Brian als Ryan voelde de spanning uit hun lichaam glijden. De lach was een lach van opluchting. Opluchting over het feit dat ze niet boos waren op elkaar. Dat de vriendschap niet verbroken was.
Toen ze uitgelachen waren nam Brian het woord.
‘Waarom heb je mij nooit verteld dat je het vervelend vindt dat ik je Blacky noem?’
‘Ik was bang’, zei Ryan.
‘Bang dat onze vriendschap dan ten einde zou zijn’, vulde Brian aan. ‘Dat is precies de reden waarom ik je nooit heb gezegd dat ik het vervelend vind dat je mij Spekkie noemt.’
Er viel een korte stilte.
‘Toch raar’, ging Ryan verder. ‘Wij weten alles van elkaar. We zeggen alles tegen elkaar en we zijn allebei bang om te zeggen wat we echt diep van binnen voelen.’
Brian keek voor zich uit, in het niets.

Hechte relatie

‘Ja’, zei hij, ‘je hebt gelijk. Heel raar. Waarom was ik nou bang? Bang voor jouw reactie? Dat onze vriendschap dit niet zou kunnen verdragen? Waarom heb ik hier zo lang mee rond gelopen?’
Ryan haalde zijn schouders op.
‘Geen idee. Ook ik stel mij die vragen. Ik voelde schijnbaar niet de veiligheid om dit met jou te delen. Maar als ik het niet met mijn beste vriend kan delen, met wie dan wel? Alleen met mezelf? Dan zal ik nooit weten wat jij er van vindt. Dan zal ik nooit weten hoe je op mijn vraag zou reageren.’
‘Gek he?’, zei Brian. ‘Hoe dichter je bij elkaar staat hoe banger je wordt om elkaar kwijt te raken. Zouden meer mensen dat hebben?’
Het gesprek viel weer even stil.
‘Ik weet het niet’, zei Brian ‘Maar wat ik wel weet is dat we stiekem een biertje gaan drinken. Het mag niet van je ouders, maar ik heb er een paar in de koelkast gezet. Kom.’
Brian stond op, maar werd tegengehouden door Ryan.
‘Ik heb nog geen antwoord op mijn vraag’, zei Ryan. ‘Wil je mij geen Blacky meer noemen? Ik heet Ryan’. Toen hij dat zei stond hij op van zijn stoel.
‘Als je mij geen Spekkie meer noemt’, antwoordde Brian.
De twee vrienden keken elkaar aan.
‘Aangenaam, ik ben Ryan’ en hij stak lachend zijn hand uit.
‘Aangenaam, Brian is de naam’ en hij schudde de uitgestoken hand.
Met de armen om elkaars schouder liepen ze de kamer uit richting de koelkast in de keuken. Deze avond was nu al een avond om nooit te vergeten. Hun vriendschap was nu voor eeuwig beklonken. Vanaf vandaag waren ze volwassen.